Chelsea F.C.

Chelsea FC is een Engelse professionele voetbalclub uit Londen. De club werd opgericht in 1905 en speelt in de Premier League. Tot dusver werd Chelsea zesmaal landskampioen, zevenmaal wonnen ze de FA Cup, vijfmaal de League Cup, tweemaal de Europacup II, eenmaal de UEFA Europa League en eenmaal de UEFA Champions League. Chelsea slaagde er als één van de weinige Europese topclubs in om samen met Manchester United, Ajax, Juventus en Bayern München, alle drie de UEFA hoofdcompetities (Europacup I / UEFA Champions League, Europacup II, en UEFA Cup / UEFA Europa League) te winnen.

Chelsea speelt zijn thuiswedstrijden in het Stamford Bridge stadion dat 41.841 plaatsen telt. Op 1 juli 2003 werd Chelsea door Ken Bates voor ongeveer 200 miljoen euro verkocht aan de Russische oligarch Roman Abramovitsj. Sinds deze overname hebben sommigen Chelsea de bijnaam "Chelski" gegeven. Abramovitsj zou tot nu toe ongeveer 1,5 miljard euro aan salarissen en transfersommen hebben uitgegeven.[bron?]

Chelseas traditionele uitrusting bestaat uit een volledig blauw shirt en short, wat de club de bijnaam The Blues opleverde.

Geschiedenis

In 1896 kocht Gus Mears, een voetbalfanaat en zakenman, samen met zijn broer, Joseph Mears, de Stamford Bridge Athletics Ground te Fulham met de intentie om van deze grond een van de betere voetbalterreinen van het Engelse voetbal te maken. De Mears-broers slaagden er niet in om het regionale team, Fulham FC, in hun stadion te laten spelen. Uiteindelijk overtuigde Fred Parker hen om hun eigen voetbalteam op te richten.

De vroege jaren (1905-1918)

Chelsea FC werd opgericht op 10 maart 1905 in "The Rising Pub" (tegenwoordig is dit "The Butcher's Hook", een café tegenover het stadion). Aangezien er al een team in de wijk bestond met de naam Fulham FC besloten ze het team de naam Chelsea te geven, waarbij het woord Chelsea was afgeleid van de aangrenzende wijk Kensington en Chelsea. Eerdere voorstellen als naam voor de club waren "Londen FC", "FC Kensington" en "Stamford Bridge FC". Chelsea werd de toegang tot de Southern Football League ontzegd nadat Fulham en Tottenham Hotspur hier bezwaar tegen hadden aangetekend. Op 29 mei 1905 werd toestemming gegeven om aan te treden in de Second Division van de Football League doordat het team financieel stabiel was en een indrukwekkend nieuw stadion bezat.

De eerste wedstrijd van de club werd gespeeld tegen Stockport County FC onder leiding van hun eerste trainer ooit, John Tait Robertson, op 2 september 1905. Ze verloren deze partij met 1-0. Hun eerste thuiswedstrijd was tegen Liverpool FC. Deze partij wonnen ze met 4-0.

Reeds in 1907 promoveerde Chelsea naar de First Division. Dit resultaat hadden ze grotendeels te danken aan George Hilsdon die reeds bij zijn debuut op 1 september 1906 tegen Glossop North End AFC vijf doelpunten maakte. Nadat John Tait Robertson wegging als trainer bij de club boden zich al snel een aantal nieuwe kandidaten aan. De eerste die het mocht proberen was William Lewis, maar reeds kort daarna werd David Calderhead trainer van Chelsea FC en bleef dit tot 1933.

Na een teleurstellend seizoen 1909-10 degradeerde Chelsea naar de Second Division. Twee jaar later promoveerde Chelsea terug naar de First Division en behaalde het eerstvolgende seizoen de 8e plaats, hun beste resultaat sinds de oprichting in 1905. In 1913 werd de Deen Nils Middelboe, tweevoudig winnaar van olympisch zilver, de eerste buitenlandse speler van de club uit Londen.

In 1915 speelde Chelsea, overschaduwd door de Eerste Wereldoorlog, hun eerste FA Cup finale. De finale werd ook weleens de "Kaki"-finale genoemd, vanwege de vele soldaten in hun "kaki"-uniformen. De sombere wedstrijd tegen Sheffield United werd gespeeld op Old Trafford in Manchester. De wedstrijd eindigde in een nederlaag voor Chelsea, 3-0.

Tussen de oorlogen (1919-1940)

Het seizoen 1919-20 was het eerste volledige seizoen na de Eerste Wereldoorlog en tevens het meest succesvolle seizoen van Chelsea tot op dat moment. Het team werd 3e met 49 punten. Chelsea degradeerde in 1923-24 naar de Second Division en slaagde er pas in om terug in de First Division te geraken in het seizoen 1929-30, waar ze de komende 32 seizoenen zouden spelen.

Om behoud in de First Division te verzekeren spendeerde de club £25.000 aan 3 nieuwe spelers: Hughie Gallacher, Alex Jackson en Alec Cheyne. Gallacher was de belangrijkste van deze 3 aangezien hij in het seizoen 1926-27 Newcastle United FC als aanvoerder naar de titel leidde. Gedurende zijn 4 seizoenen bij Chelsea werd hij telkens de topscoorder van de club en behaalde in totaal over deze 4 seizoenen 81 doelpunten. Jackson en Cheyne daarentegen behaalden nooit hun ultieme vorm, waardoor Chelsea na verloop van tijd zelfs op een financieel dieptepunt kwam.

In 1933 stapte David Calderhead op als coach van Chelsea en werd vervangen door Leslie Knighton. Ook hij bracht weinig verbetering in de club. In de seizoenen 1932-33 en 1933-34 belandden ze op 2 punten van een degradatie en in 1938-39 belandde de club zelfs op slechts 1 punt van een degradatie.

De club bleef een van de clubs met het grootste aantal fans. Een wedstrijd tegen Arsenal FC op 12 oktober 1935 in Stamford Bridge lokte 82.905 fans, wat tot dusver nog altijd een record is voor de club en het 2e hoogste aantal supporters ooit in een wedstrijd van de Engelse league.

Net voor de Tweede Wereldoorlog begon stopte Knighton als trainer van Chelsea en werd opgevolgd door de Schotse Billy Birrell.
De oorlog en het bezoek van Dinamo (1940-1952)

Gedurende de Tweede Wereldoorlog speelde Chelsea, net zoals elke andere club, slechts een paar regionale wedstrijden. Slechts 2 spelers uit de selectie van het seizoen 1938/39 speelde ooit opnieuw een wedstrijd voor deze club. Dit had tot gevolg dat Chelsea na deze periode gebruik moest maken van enkele gastspelers.

In oktober 1945, net na de oorlog, kondigde Dinamo Moskou, regerend kampioen van de Sovjet-Unie, aan dat het een voetbaltournee zou maken door het Verenigd Koninkrijk als vredelievend gebaar. Hierbij zou het onder meer een wedstrijd spelen tegen Chelsea op 13 november 1945 in Stamford Bridge. Chelsea speelde in een rood tenue doordat het tenue van Dinamo te veel blauwe tinten bevatte. Voor de wedstrijd gaf elke speler van Dinamo een boeket bloemen aan de speler met hetzelfde rugnummer als de speler in kwestie. Dit gebaar werd door vele Britten ontvangen als een faux pas.[bron?] Gedurende de wedstrijd zelf verraste het Russische team vele toeschouwers door hun talent waardoor de wedstrijd eindige op 3-3. Het aantal toeschouwers dat de wedstrijd bijwoonde werd geschat op 100.000. Enkelen hiervan woonden de wedstrijd echter bij op een illegale manier. Tot dusver is dit het hoogste toeschouwersaantal ooit op Stamford Bridge.

Na de oorlog spendeerde Chelsea £22.000 aan drie spelers: Tommy Lawton, Len Goulden en Tommy Walker. Het trio bracht naast goals ook veel entertainment in het spel van Chelsea, maar desondanks eindigde Chelsea 15e in het seizoen 1946-47. Birrell bracht ook Roy Bentley naar Chelsea. Bentley werd gekocht van Newcastle United voor £11.500. Ondanks zijn talent leidde deze transfer tot het vertrek van Lawton.

1950 leek het jaar te worden van Chelsea in de FA Cup. Na de 2-0 winst in de kwartfinales tegen Manchester United werden ze geloot tegen stadsrivaal Arsenal FC. Na 2 spannende wedstrijden was de stand 3-2 voor Arsenal waardoor Arsenal zich doorstootte naar de finale. Een jaar later leek Chelsea te gaan degraderen naar de Second Division. Met nog 4 wedstrijden te gaan stond Chelsea onderaan het klassement met 6 punten verschil van de voorlaatste plaats. Op de laatste 14 wedstrijden had Chelsea geen enkele keer gewonnen. De 3 wedstrijden voor de laatste wedstrijd van het seizoen won Chelsea telkens verrassend. De laatste wedstrijd werd gespeeld tegen Bolton Wanderers FC. Ook deze wedstrijd werd door Chelsea gewonnen, met 4-0. Hierdoor kroop Chelsea door het oog van de naald en bleven ze in de First Division.
De periode Ted Drake (1952-1961)

In 1952 werd ex-Arsenal FC aanvaller Ted Drake benoemd tot trainer van Chelsea. Drake had de bedoelingen om de club te moderniseren, zowel op als rond het veld. Een van zijn eerste acties hierbij was Chelsea afhelpen van de naam "The Pensioners" en veranderde hierbij het embleem van de club. Sindsdien is de club gekend als "The Blues". Zijn beginjaren bij Chelsea waren voor de supporters niet overtuigend. In zijn eerste seizoen bij Chelsea eindigde hij 19e met slechts 1 punt van een degradatie.

In het jubileumjaar 1954-55 gebeurde er voor velen iets onwaarschijnlijk, Chelsea werd kampioen van de First Division. Op het einde van het seizoen had Chelsea 52 punten en tot op heden is dit een van de laagste puntentotalen om kampioen te spelen in Engeland na de Tweede Wereldoorlog.

Doordat Chelsea kampioen werd mochten ze deelnemen aan de Europacup I. In de eerste ronde werden ze geloot tegen Djurgårdens IF, maar zelfs nog voor het toernooi begon stapte Chelsea uit het toernooi.

Ze waren echter niet in staat om voort te bouwen op hun titelsucces. Reeds een seizoen later eindigde Chelsea 16e. Een van de zwakste punten van de ploeg in deze periode was de uitschakeling in de FA Cup in de derde ronde, na een nederlaag tegen de ploeg uit de Fourth Division, Crewe Alexandra FC.

Na een 4-0-verlies tegen Blackpool FC werd Drake ontslagen. Hij werd opgevolgd door de toen 33 jaar oude Tommy Docherty.
Winst in Europacup II (1963-1971)

Toen Tommy Docherty begon bij Chelsea was de club reeds zeker van een degradatie naar de Second Division en gebruikte daarom de resterende tijd van het seizoen voor enkele structurele veranderingen. Hij verkocht veel van de oudere spelers om ruimte te creëren voor de jongere spelers. In tegenstelling tot Drake was Docherty zeer streng voor zijn spelers. Telkens als de spelers een gebrek aan discipline vertoonden, kregen ze een straf opgelegd. Deze harde trainingswijze wierp snel zijn vruchten af door opnieuw promotie af te dwingen en het volgende seizoen in de First Division 5e te eindigen.

Door de resultaten werd Chelsea aangezien als een serieuze tegenstander en op 4 wedstrijden van het einde van het seizoen 1964-65 stonden ze op een geruststellende 1e plaats. Maar in die laatste 4 speeldagen liep alles mis. Tegen Burnley FC kwamen zeven van Docherty's sterspelers niet opdagen en Docherty zich dus moest behelpen met jeugdspelers en reserven. Een sterk verzwakt team verloor met 2-6, waardoor ze toen al op de 3e plaats stonden achter Manchester United en Leeds United.

Het volgende seizoen speelde Chelsea niet alleen goed in de First Division, maar ook in de Jaarbeursstedenbeker en in de FA Cup. In de FA Cup behaalden ze de halve finales, maar verloren daar met 2-0 van Sheffield Wednesday. Ook in de Jaarbeursstedenbeker behaalden ze de halve finale, maar ook daar stootten ze niet door naar de finale na verlies tegen FC Barcelona.

Na een tijd was Docherty uitgekeken op het jonge elftal met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar en besloot een aantal van zijn jonge spelers te verkopen om meer ervaren spelers in het team te krijgen. Docherty's nieuwe strategie leek te werken, want na 10 speeldagen waren ze het enige team in de League dat nog steeds ongeslagen was. Peter Osgood was de enige jonge speler die er toen nog in slaagde om zijn plaats in het team te kunnen verzekeren en harten van de fans te kunnen veroveren. Dit veranderde echter snel toen hij zijn been brak tijdens een duel met Emlyn Hughes van Blackpool FC. Tot grote ergernis van het team eindigde het team dat seizoen slechts 9e in de First Division en verloren ze de FA Cup finale tegen Tottenham Hotspur.

In het volgende seizoen won Chelsea van zijn eerste tien wedstrijden slechts twee waardoor Docherty werd ontslagen. De eerste wedstrijd na het ontslag van Docherty werd verloren met 7-0 van Leeds United wat een evenaring vormde van het grootste verlies van Chelsea ooit. Snel na deze nederlaag werd een vervanger voor Docherty gevonden: Dave Sexton. Sexton was een veel rustiger iemand dan Docherty. De harde kern van de ploeg bleef bewaard, maar in de verdediging vonden toch enkele veranderingen plaats. Sexton stabiliseerde de club en eindigde twee maal na elkaar in de top 6 van de landelijke competitie.

In 1969-70 eindigde Chelsea 3e en behaalde datzelfde seizoen de finale van de FA Cup. Niets stond hen nog in de weg voor hun eerste deelname aan de Europacup II. Met Aris Saloniki en CSKA Sofia waren de eerste twee rondes een makkelijke partij voor Chelsea. In de kwartfinales verloor Chelsea zijn eerste partij tegen Club Brugge met 0-2, maar het kwam terug met een sterke 4-0. Ook tegen Manchester City FC in de halve finales won de club zonder enig probleem. De finale werd gespeeld tegen Real Madrid en uiteindelijk werd ook deze partij gewonnen door Chelsea. Hierbij was hun eerste Europese beker binnen.

Een zware periode (1972-1983)

In de volgende tien jaren was er geen verder succes meer voor de club wat de club uiteindelijk zelfs op de knieën kreeg. Toen de geest van het team daalde, daalde ook de resultaten. Chelsea werd uiteindelijk zelfs in de Europacup II van 1971/72 uitgeschakeld door het kleine Åtvidabergs FF. In de FA Cup werden ze uitgeschakeld door een ploeg uit de Second Division Leyton Orient. Chelsea eindigde 12e in het seizoen 1972/73 en 17e in het daaropvolgende seizoen. In het seizoen van 1974/75 werd Dave Sexton uiteindelijk vervangen door Ron Suart. Zelfs voor hem werd het onmogelijk om het team te herstellen waardoor het degradeerde in 1975.

Voor Chelsea werd het uiteindelijk onmogelijk om nog een nieuwe speler aan te schaffen waardoor de daling uit de First Division ook voor een daling van het bezoekersaantal zorgde. Deze situatie van Chelsea zorgde voor heel wat hooligans binnen de supportersgroepen van Chelsea.

Het was Eddie McCreadie, die in het seizoen 1976-77 zorgde voor promotie. Ken Shellito zorgde het seizoen daarna ervoor dat ze in die First Division bleven.

1981/82, werd Chelsea opnieuw 12e in de Second Division. Maar dat is niets in vergelijking met het daaropvolgende seizoen, dat vaak wordt beschouwd als het slechtste seizoen ooit in de geschiedenis van Chelsea. Na een felle start daalde het team dramatisch, wat hen confronteerde met een mogelijke nieuwe degradatie naar de Third Division en hen zelfs in financiële moeilijkheden bracht. Ze ontsnapte slechts aan de degradatie met 2 punten.
Een nieuwe start (1983-1989)

Na een investering van iets minder dan £500.000 maakte Chelsea een ommekeer in zijn geschiedenis, waardoor ze in het seizoen 1983/84 kampioen werden van de Second Division. Na hun eerste seizoen terug in de First Division eindigde ze 6e. Dit niveau konden ze ook het volgende seizoen nog vasthouden, maar in 1986/87 eindigde ze al terug 14e. Het seizoen daarna degradeerde ze alweer naar de Second Division, maar in die Second Division ondervonden ze geen enkel probleem om meteen kampioen te worden.

1990-... Terug in goede vorm

In het seizoen 1989/90 maakte Chelsea een indrukwekkende terugkeer naar de First Division met trainer Bobby Campbell. Zijn opvolger, Ian Porterfield, eindigde in het seizoen 1991/92 hoog genoeg, zodat Chelsea kon deelnemen aan het allereerste seizoen ooit van de Premier League. Porterfield stopte in de helft van het seizoen en werd vervangen door David Webb die het team 11e liet eindigen. Aan het eind van het seizoen werd Webb vervangen door Glenn Hoddle.

Hoddles eerste seizoen begon slecht, waardoor Chelsea begon te verzwakken. Ondertussen bleef Ken Bates, eigenaar van de club, geld investeren in topspelers zoals Ruud Gullit.

In 1996/97 werd Gullit de nieuwe trainer van Chelsea en haalde daarbij topspelers naar Chelsea zoals Gianluca Vialli en Gianfranco Zola.

In februari 1998 werd Gullit plotseling ontslagen na een opschudding met eigenaar Ken Bates, terwijl Chelsea 2e stond in het klassement. Gullit werd vervangen door Vialli. Tijdens het seizoen 1998/99 deed Chelsea voor het eerst in jaren mee om de landstitel. Maar na een verlies tegen West Ham United FC daalden hun titelkansen. Een hoopvol seizoen eindigde uiteindelijk zonder een enkele beker. Na dit seizoen kwam eindelijk een doorbraak op Europees vlak voor Chelsea.

Claudio Ranieri (2000-2004)

Vialli spendeerde bijna £26 miljoen aan nieuwe topspelers in de zomer van 2000. Hierbij kocht hij onder andere Jimmy Floyd Hasselbaink en Eiður Guðjohnsen. Ondanks deze topaanwinsten werd Vialli ontslagen na een 3 op 15 in de competitie. Hij werd vervangen door een andere Italiaan, Claudio Ranieri, die, ondanks zijn slecht Engels taalgebruik, toch 6e wist te eindigen in zijn eerste seizoen. Vooral in zijn 2e seizoen maakte Chelsea veel vooruitgang, maar desondanks eindigde Chelsea opnieuw 6e. Als gevolg daarvan waren de verwachtingen voor het volgende seizoen beperkt. Tegen alle verwachtingen in ging Chelsea voor een mooie titelstrijd en won de belangrijke laatste wedstrijd van het seizoen tegen Liverpool met 2-1.

De club stond na al die goede resultaten nog steeds voor een financieel drama ,waardoor Ken Bates de club in juni 2003 verkocht voor £60 miljoen. De nieuwe eigenaar van de club werd de Russische miljardair Roman Abramovitsj, die ook de £80 miljoen schuld zonder problemen afbetaalde.

Na een investering van £100 miljoen werd Chelsea 2e in de Premier League.

José Mourinho (2004-2005)

2004/05 was het meest succesvolle seizoen van Chelsea FC. Na een overwinning tegen Everton namen ze in de Premier League de leiding in het klassement over, een positie die ze dat seizoen niet meer kwijtspeelden. Ook de League Cup werd gewonnen door Chelsea en in de Champions League speelden ze erg goed.

Ook in het seizoen 2005/06 werd de landstitel gewonnen door Chelsea, waardoor ze de eerste Londense club is die deze titel 2x achter elkaar veroverde. In 2006/07 moest Chelsea toekijken hoe Manchester United met de landstitel ging lopen.
Een komen en gaan van trainers (2007-heden)

Op 20 september 2007 werd bekendgemaakt dat José Mourinho Chelsea verliet na wederzijdse instemming van hem en Abramovitsj. Kort daarna nam Avram Grant het Chelsea-roer over.

Sinds juli 2016 is Antonio Conte aan het stuur bij Chelsea.

Stamford Bridge

Chelsea in september 1905 tegen West Bromwich Albion in het Stamford Bridge stadion. De wedstrijd eindigde in 1-0.

Het Stamford Bridge stadion werd officieel geopend op 28 april 1877. Het stadion werd ontworpen door Archibald Leitch en had toen enkel een oostzijde die een capaciteit had van 5.000 plaatsen. Gedurende de eerste 28 jaar van zijn bestaan werd het stadion uitsluitend gebruikt door de Londense Atletiek Club, waarbij er totaal geen voetbal werd gespeeld. In 1904 werd de grond gekocht door Gus Mears en zijn broer. Aanvankelijk hadden zij Fulham FC aangeboden om in dit stadion te spelen, maar omdat Fulham FC weigerde richtten de broers zelf hun eigen voetbalclub op, namelijk Chelsea FC.

Veldeigenaars van Stamford Bridge hebben bepaald dat het stadion nooit kan verkocht worden aan projectontwikkelaars. Dit betekent ook dat als Chelsea ooit van locatie verhuist, ze de naam Chelsea FC moeten achterlaten in het stadion en dus een nieuwe naam moeten gebruiken.

Embleem

Sinds de oprichting van Chelsea kende de club vier verschillende emblemen, die allemaal kleine wijzigingen ondergingen. Het eerste logo in 1905 bevatte een typische "Chelsea Pensioner", wat hen de bijnaam van "The Pensioners" opleverde, maar het logo verscheen nooit op de clubshirts. Als deel van Ted Drakes modernisering in 1952 stond hij erop dat het logo moest veranderen. Inspiratieloos maakte Drake van het logo simpelweg de initialen van de club, namelijk CFC. Dit duurde één jaar, want in 1953 werd het nieuwe logo ontworpen, een achteruitkijkende blauwe leeuw met een staf in de hand. Deze hield het drie decennia uit. Tevens was dit het eerste embleem dat op de shirts van de spelers mocht verschijnen. In 1986 veranderde net zoals de eigenaren van de club ook het embleem nog eens. Dit embleem bevatte een meer naturalistische, niet-heraldische leeuw, die deze keer geel was en niet blauw, gebogen over de CFC-initialen.

In het seizoen 2005-06 kwam er onder leiding van Roman Abramovitsj een nieuw embleem dat lijkt op het embleem van 1953 met de blauwe heraldische leeuw met een staf. Net als elk vorig embleem is ook dit embleem gevarieerd in kleuren.

Fans en aanhang

Chelsea speelt thuis gemiddeld voor een aanhang van 40.000 supporters. Het gemiddeld aantal bezoekers in het seizoen 2007-2008 was 41.653, het zesde hoogste uit de Premier League. De toeschouwers komen vooral uit de wijken Hammersmith, Battersea en van de rijkere gebieden Chelsea en Kensington. De club zelf vermoedt dat ze in het Verenigd Koninkrijk een supportersschare hebben van 4 miljoen. Chelsea maakt ook gebruik van een aantal fanliederen zoals Carefree, Blue is the Colour, Keep the Blue Flag Flying High, We all Follow the Chelsea (op de melodie van Land of Hope and Glory), Ten Men Went to Mow en Celery. Het lied Celery werd vaak gezongen bij overwinningen, waarbij ook selderij werd gegooid, maar deze werd in maart 2007 uit het stadion verbannen.

Tijdens de jaren 70 en 80 had Chelsea in zijn aanhang ook hooligans, die vaak de Chelsea Headhunters werden genoemd. Samen met andere hooligangroepen zoals Inter City Firm (West Ham United), Millwall Bushwhackers (Millwall FC) en de Salford Reds (Manchester United) golden zij als de meest agressieve en gevaarlijkste groep. De Headhunters hadden ook verbindingen met neonazistische groepen zoals de Combat 18 en de British National Party. Sinds de jaren 90 is het aantal incidenten tijdens wedstrijden gedaald, voornamelijk door controle-acties en videobewaking.

Clublied

Het lied "Blue is the Colour" was een single van Chelsea in de voorbereiding voor de League Cup finale van 1972. Reeds na korte tijd behaalde deze single de top 5 in de UK Singles Chart. Later werd dit nummer nog gecoverd door de Vancouver Whitecaps die het lied de titel "White is the Colour" gaven. "Blue is the Colour" wordt onofficieel ook aanvaard als clublied van Chelsea.

Chelsea TV

Sinds augustus 2001 heeft Chelsea zijn eigen TV-kanaal met studio's op Stamford Bridge. Het kanaal zendt dagelijks vanaf tien uur 's ochtends tot middernacht uit en heeft 3 vaste presentators: Neil Barnett, Gigi Salmon en Alison Bender.

Tenue

Chelsea heeft sinds zijn oprichting altijd een blauw tenue gehad, dat in de loop der jaren veranderde van lichtblauw naar een iets donkerdere tint. Het tenue van Chelsea wordt momenteel gefabriceerd door Nike, dat Adidas overneemt als sponsor. Adidas had een sponsorcontract met de club dat eindigde aan het einde van het 2016-17 seizoen. Nike zal de tenues fabriceren vanaf het 2017-18 seizoen, tot en met 2032. Vorige kledingsponsoren waren Umbro (1975-81), Le Coq Sportif (1981-86), The Chelsea Collection (1986-87), Umbro (1987-06) en Adidas (2006-17).

Deze informatie over Chelsea F.C. is geheel of gedeeltelijk overgenomen van wikipedia op 2018-04-16.
Derhalve zijn gegevens mogelijk niet meer actueel.